Hoe begin ik met tekenen?
De titel van deze blogpost zou ook ‘Hoe ga ik weer tekenen?‘ kunnen zijn. Iedereen heeft wel eens getekend, al is dat voor veel mensen lang geleden. Laatst speelde ik een spelletje Pictionary, een spel waarbij je moet raden wat iemand tekent. Het is eigenlijk alleen leuk omdat de meeste mensen nog geen olifant herkenbaar op papier krijgen. Lachen dus. Als je voor iedere keer dat iemand zegt “Ik kan niet tekenen!” een kwartje zou krijgen….. Kinderen winnen op hun sloffen, want zij zijn nog gewend om gewoon een potlood te pakken en te proberen. Als je al een tijd niet hebt getekend en je het wel weer zou willen doen (al is het maar om een potje Pictionary te winnen), dan is deze blogpost voor jou.
Hoe begin ik met tekenen?
Als je op verschillende websites gaat zoeken naar het meest gegeven advies, dan zal je dit vinden: ‘Pak een potlood en een vel papier en begin.’. Dat had je zelf ook nog wel kunnen bedenken en de kans is erg groot dat je binnen een paar minuten een potlood en papier te pakken hebt. En dan staar je naar een wit vel papier en gebeurt er…… niets. Als het zo makkelijk zou zijn, dan was je nu aan het tekenen en niet aan het lezen. Toch zit er wel een kern van waarheid in het advies, want met potlood en papier kan je wel beginnen met tekenen. Nu alleen nog even weten hoe dan precies.
Het eerste wat ik je adviseer is loslaten. Gum de plaatjes in je hoofd uit van hoe je tekenen eruit moet gaan zien, vergeet de verwachtingen van anderen (want niemand hoeft je tekening mooi te vinden) en vooral: vergeet dat je niet kan tekenen. Dat laatste is ook niet waar, want iedereen kan tekenen, maar dat geloof je nog niet. Genoeg losgelaten, wat doe je dan wel?
Tekenen lukt alleen als je met je aandacht alleen maar bij je potlood en papier bent. En bij de hand die het potlood gaat bewegen. Kijk even goed naar je potlood, het papier en je hand, dat helpt je om uit je hoofd te komen. Draai dan je vel papier om, zodat de achterkant boven ligt. Op de achterkant maak je met het potlood een rondje, zo’n beetje in het midden. Dan maak je verdeeld over het papier nog tien rondjes. Ze mogen groot, klein, dik, dun, ingekleurd of leeg zijn, maakt niet uit.
Dan draai je je vel papier een kwartslag, zodat het op z’n kant ligt. Zet een driehoekje in de buurt van je eerste rondje. En dan maak je tien driehoekjes, verspreid over je vel, zoals jij dat wilt. Dan draai je je vel weer een kwartslag en doe je hetzelfde met vierkantjes. Gewoon doen, niet denken!
Hoppa, je hebt de achterkant van je vel papier vol getekend met vormen, je bent begonnen met tekenen. En je bent warm gedraaid voor een volgende oefening.
Een eerste tekenoefening: vormen zien en tekenen
Zet een kopje thee of koffie voor jezelf en schenk het vandaag niet in je favoriete kop of mok. De kop of mok waar je het liefst thee of koffie uit drinkt, is vandaag je onderwerp. Ga met je potlood en vel papier (en kopje thee of koffie) aan een tafel zitten en zet je onderwerp, je favoriete kop, minimaal een meter van je af. Laat je potlood nog maar even liggen en drink rustig je koffie of thee terwijl je naar je onderwerp kijkt. Eerst zie je gewoon een kop. Misschien zet je ‘m nog net even anders, omdat dat zo voelt. Heeft je kop een oor? Een grappig design? Een scheurtje? Is het rond of meer recht? Kan je je kop of mok zien in vormen? Zie je een cirkel of ovaal? Misschien een vierhoek? Is het oor een halve cirkel of een half hartje?
Wat je nu hebt gedaan is je kop veranderen in een ‘plat’ plaatje. Je ziet nu in grote lijnen de vorm van je kop in een paar vormen. Iedere kop heeft een ovaal, de open bovenkant. Er is ook een ovaal aan de onderkant, die zie je maar voor de helft. De boven- en de onderkant van je kop verbind je met een rechte of kromme lijn (dat hangt van je kop af). Een oor heeft altijd een begin en eindpunt, die bepaal je eerst, vervolgens maak je de vorm tot je tevreden bent. Maak je eerste lijnen licht, door niet te hard te drukken op je potlood. Als je de juiste lijnen hebt gevonden, kan je ze wat dikker aanzetten.
Je hebt je eerste oefening gedaan, je hebt een object getekend door er vormen in te herkennen. Dit kan je bij alles doen, dus ook bij een olifant als je Pictionary speelt. Met een beetje oefenen, win je het volgende potje met gemak. Begin met eenvoudige objecten, dat zijn voorwerpen die duidelijke vormen hebben, zoals een blikje, een doosje, een vaas. En vergeet niet, eerst heel goed kijken en dan pas tekenen!
Een tweede tekenoefening: licht en donker
Je tekening van de eerste oefening, kan je uitwerken door een volgende oefening te doen. Je hebt je kop of mok getekend door de basisvormen neer te zetten, in grote lijnen. Je tekening zal er nog plat uitzien, alsof er geen diepte in je kop of mok zit. Zet je kop dus weer voor je neer, zo ongeveer hetzelfde als de vorige keer en kijk weer goed.
Deze keer bekijk je waar de kop donker of juist licht is. Je verdeelt het in drie tonen: licht, middel, donker. Zoek eerst naar de meest donkere delen, vervolgens naar de meest lichte delen. De rest is middel. Het kan best lastig zijn om dit te doen, zeker als je kop kleurrijk is en bijvoorbeeld lichte en donkere kleuren heeft. Het wordt een stuk makkelijker als je je ogen bijna helemaal dicht doet en door de haartjes van je wimpers naar je onderwerp kijkt. Je ziet dan duidelijk donkere delen (schaduw) en lichte delen (waar het licht op valt). Een ander hulpmiddel is een lamp die je vanaf één kant op je voorwerp laat schijnen, het verschil tussen licht en donker wordt dan direct zichtbaar.
Pak nu je potlood en begin de donkere stukken te arceren. Arceren doe je door lijntjes naast elkaar te zetten. Staan de lijntjes dicht bij elkaar, dan is het donker, staan ze verder van elkaar af, dan wordt het lichter. De lichtste delen kunnen helemaal geen lijntjes hebben. Oefen eventueel op je papier met arceren voor licht, middel en donker.
Je zal nu ook opmerken dat je basislijnen uitgebreid moeten worden, zodat je de lichte en donkere delen goed kan invullen. Zo krijgt het ovaal van de rand van je kopje een ‘dubbele lijn’, waarbij het contrast tussen licht en donker goed zichtbaar wordt. Je tekening krijgt nu diepte. Door de (donkere) schaduw van je kop op de tafel te arceren, maak je deze oefening af.
Je hebt nu een tekening gemaakt met diepte en je weet nu hoe je een basistekening (of schets) kan maken van een voorwerp. Genoeg om wanneer je maar wilt je schetsboekje te pakken en iets te tekenen wat je mooi vindt.
Je eerste tekening in 10 stappen
Als je de twee oefeningen uit deze blogpost achter elkaar doet, heb je een goede basis voor je eerste tekeningen.
- Kies je onderwerp, maak het niet te moeilijk voor jezelf
- Kijk goed naar je onderwerp en vind de basisvormen
- Teken de basisvormen licht op de juiste plek op je papier
- Zet de grote lijnen iets harder aan
- Kijk weer naar je onderwerp en vind de donkere en lichte delen
- Arceer de donkere delen
- Voeg lijnen toe indien nodig
- Laat de lichte delen leeg en arceer de rest lichter dan de donkere delen
- Arceer ook de schaduw op de ondergrond van je onderwerp
- Je eerste tekening is klaar
Hoe kan ik beter leren tekenen?
Leren tekenen is een kwestie van doen. Met de twee oefening in deze blogpost, kan je je eerste stappen zetten. Met kleine aanwijzingen verbeter je je tekenvaardigheid al snel. Als je merkt dat je het leuk vindt, dan kan je je technieken uitbreiden en ook eens andere materialen als houtkool, inkt of pastelkrijt proberen. Oefeningen kan je online vinden, in boeken of je kan een cursus doen. Om het jezelf makkelijk te maken, is het slim om eerst een onderwerp waar je over wilt leren te kiezen, voordat je aan Google vraagt wat je kan doen. Dan vind je makkelijk het juiste YouTube-kanaal, boek of cursus. Over al deze onderwerpen (en meer) vind je boeken en (online) cursussen:
- Landschappen tekenen
- Portret tekenen
- Cartoons tekenen
- Dieren tekenen
- Planten en bloemen tekenen
- Striptekenen
- Gebouwen tekenen (technisch)
- Fantasiefiguren tekenen
- Mandala tekenen
5 gedachten over “Hoe begin ik met tekenen?”
Reacties zijn gesloten.